Werknemers die vanuit een ander land naar Nederland komen om tijdelijk hier te werken, krijgen vaak een vergoeding voor de extra kosten van het verblijf buiten het land van herkomst. Voor de vergoeding van deze extraterritoriale kosten kan er gekozen worden uit twee opties. Het vergoeden van deze werkelijke kosten óf het toepassen van de 30%-regeling, een belastingvoordeel waarmee de overheid ingekomen werknemers compenseert.
Voorwaarden 30%-regeling
De werkelijke kosten mogen alleen vergoed worden als aannemelijk wordt dat de totale extraterritoriale kosten hoger zijn dan 30% van het loon, inclusief de vergoeding. Om in aanmerking te komen voor de 30%-regeling, gelden de volgende voorwaarden:
– De werknemer is in loondienst
– Als werkgever dien je erkend referent te zijn
– De werknemer beschikt over een specifieke deskundigheid die schaars is in Nederland
– De werknemer voldoet aan de definitie ingekomen werknemer
– De werkgever geeft een beschikking af waaruit blijkt dat de werknemer van de 30%-regeling gebruik kan maken.
De werknemer komt in aanmerking voor de regeling als hij in de 24 maanden voor zijn/haar eerste werkdag in Nederland, meer dan 16 maanden op een afstand van meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens heeft gewoond. Daarnaast dient de werknemer ook vast loon te hebben dat voldoet aan de daarvoor bepaalde fiscale norm. Variabele loonelementen tellen hierin niet mee. Ook dient de werknemer blijvend aan de voorwaarden te voldoen. De looptijd van de regeling is sinds een aantal jaar ingekort van 8 naar 5 jaar.
Salariseisen
Vanaf 1 januari 2022 gelden er nieuwe salariseisen, namelijk:
Werknemer met specifieke deskundigheid: €39.467,-
Werknemer jonger dan 30 jaar met specifieke deskundigheid: €30.001,-
Werknemers die wetenschappelijk onderzoek doen bij bepaalde instellingen en artsen in opleiding hoeven niet aan de salariseis te voldoen. Deze uitzondering geldt alleen voor hen.
Voor zowel nieuwe aanvragen (per 1 januari 2022) als bestaande aanvragen, gelden de bovenstaande salariseisen. Elke werknemer die de 30%-regeling toegekend heeft gekregen dient ook aan bovengenoemde salariseisen te voldoen.
30%-regeling toepassen in AFAS
Het is mogelijk om de 30%-regeling te berekenen in AFAS Profit. De volgende looncomponenten (conform Profit CAO en BASIS CAO) zijn beschikbaar, volgens de methode bruto onttrekking, waarbij rekening wordt gehouden met een minimum:
- 100.006.019 ‘30%-regeling (onttrekking brutoloon)’
- 100.006.020 ‘30%-regeling (onbelast)’
- 100.006.021 ‘30%-regeling (onttrekking brutoloon) BT’
- 100.006.538 ‘30%-regeling (onttrekking brutoloon) rekencomponent’
- 100.006.539 ‘30%-regeling (onttrekking brutoloon) minimum’
Pensioen opbouwen
De 30% regeling is onderdeel van de werkkostenregeling en behoort tot het eindheffingsloon. Er mag pensioen opgebouwd worden over het eindheffingsloon, aangezien deze regeling individualiseerbaar is. In de pensioenregeling moet wel opgenomen zijn dat deze vergoeding deel uitmaakt van het pensioengevend loon.
Als je als werkgever werknemers in dienst hebt die gebruik maken van de 30%-regeling, is het van belang dat je de juiste informatie voor de pensioenregeling doorgeeft. Houdt hierbij rekening met de volgende gegevens:
– Indien de 30%-regeling niet is opgenomen in de pensioenregeling, dient het pensioengevend salaris exclusief de vergoeding worden doorgegeven.
– Indien de 30%-regeling wel is opgenomen in de pensioenregeling, dient het pensioengevend salaris inclusief de vergoeding worden doorgegeven.
Verder is het belangrijk dat de afspraken uit de arbeidsovereenkomst ook aansluiten bij het pensioenreglement, zoals het vaststellen van de bijdrage van de werknemer en wel salaris als pensioengevend wordt beschouwd.